Bosdunningen

Utrechts Landschap zet zich in voor bescherming van natuur, biodiversiteit en een fraai landschap. Bossen vormen met ruim 2600 hectare een groot onderdeel van de natuur die Utrechts Landschap beheert in de provincie Utrecht. Veruit de meeste van deze bossen zijn te vinden op de arme zandgronden van de Utrechtse Heuvelrug. Vaak zijn dit oude aangeplante monoculturen die voornamelijk bestaan uit grove den, berk, eik en beuk. Ook komen er uitheemse soorten als Douglas, Amerikaanse eik en fijnspar voor.

Bosbeheer

Het bosbeheer van Utrechts Landschap is erop gericht om deze oude monoculturen geleidelijk om te vormen tot een gevarieerder bos met meer inheemse soorten en een hogere biodiversiteit. Een belangrijk onderdeel van bosbeheer is de bosdunning. Bij een bosdunning, of simpelweg dunning, worden bepaalde bomen weggehaald zodat andere bomen meer ruimte krijgen. Dit kan meerdere redenen hebben, zoals:

  • Bevorderen van inheemse boomsoorten door exoten te verwijderen
  • Meer licht op de bodem creëren waardoor de ondergroei zich beter kan ontwikkelen
  • Biodiversiteit vergroten door bomen te ringen of achter te laten wat voor meer dood hout, insecten en vogels in het bos zorgt
  • Vergroten van variatie van soorten en structuur
  • Natuurlijke verjonging bevorderen door creëren van open plekken

Houtoogst

Bosdunningen bij Utrechts Landschap hebben geen economisch doel en worden enkel uitgevoerd om natuur en biodiversiteit te bevorderen. Tijdens de dunningen komt hout vrij, een duurzaame en hernieuwbare grondstof. Het hout komt op de markt terecht en wordt onder andere gebruikt voor zaaghout, vezelhout en pallets. Een gedeelte van het kwaliteitshout wordt verwerkt in de eigen houtzagerij van Utrechts Landschap. Hiervan worden onder andere slagbomen en banken gemaakt voor in de natuurgebieden. Ook draagt dit hout bij aan het herstellen van cultureel erfgoed, waaronder de molens.

Werkzaamheden

Bij Utrechts Landschap zijn het onze eigen boswachters die zorg dragen voor de dunning. Zij werken volgens de gedragscode bosbeheer. Voor de dunning kijken zij in het bos welke bomen blijven staan en welke bomen weggehaald kunnen worden. Bomen die weggehaald worden krijgen een bles (verfstreep). Ook wordt flora, fauna en archeologische waarden geïnventariseerd om te kijken wat ontzien wordt tijdens de dunning.

De dunning zelf wordt meestal gedaan door een gespecialiseerde aannemer. Daarbij worden machines gebruikt die speciaal zijn ontworpen om in natuurgebieden bomen te vellen. De werkzaamheden van een dunning vinden altijd buiten het broedseizoen plaats, doorgaans in de periode oktober tot maart. Tijdens werkzaamheden wordt altijd zoveel mogelijk geprobeerd om wandelpaden te ontzien en rekening te houden met de bezoekers van de natuurgebieden.

Voor en tijdens de werkzaamheden worden bordjes in het bos geplaatst om bezoekers te informeren over de werkzaamheden.