Column: Hondenharen

‘Does, ga je mee?’ Nou, dat laat hij zich geen twee keer zeggen. Kwispelend en springend van enthousiasme gaat de schapendoes op zoek naar zijn riem. Weldra biedt hij vol trots zijn vondst aan, terwijl zijn baas intussen een jas heeft aangetrokken. De deur gaat open en de aangelijnde hond snuift de buitenlucht op.

Ze hoeven maar twee wegen over te steken om bij het bos van Houdringe in De Bilt te komen. Een superfijne plek voor de energieke schapendoes, daar mag hij zich even verlost van zijn riem lekker uitleven. En hij is niet de enige. Er zijn veel hondenbazen en andere honden in alle soorten en maten. Het is een vrolijk weerzien met een aantal bekenden van Does en zijn baas.

Na een kwartiertje spelen vindt de baas het mooi geweest. Hij roept zijn hond. De gedrag en- gehoorzaamheidstraining werpt zijn vruchten af: de viervoeter komt onmiddellijk. Ze wandelen samen naar een rustig stuk in het bos. De baas haalt een borstel uit zijn zak. Does kent het ritueel, wat wil je ook met al die haren? Als ze los gaan zitten krijgt hij jeuk. Zijn baas is ook niet blij met al die haren die hij iedere keer in huis moet opruimen. Regelmatig borstelen voorkomt ook dat de vacht gaat klitten. Intussen vallen de haarpluizen op de bosgrond. De wind probeert er vat op te krijgen en neemt enkele plukken mee de lucht in.

Als ze op het punt staan om verder te wandelen komt een vrouw aangelopen die helemaal in het groen is gekleed. Ze begint een praatje met de baas van Does over de hondenharen. Waarom hij zijn schapendoes in het bos borstelt en waarom hij de hondenharen niet meeneemt? De hondenbaas reageert verbaasd. ‘Die haren zijn toch ook natuur? Ik heb wel eens op tv gezien hoe vogels daar hun nestjes mee bouwen. Mooie kunstwerkjes!’ De boswachter vraagt of de hond wordt behandeld tegen vlooien en teken. ‘Natuurlijk’, reageert de hondenbaas. De man begrijpt niet waar dit gesprek naartoe gaat, maar al gauw legt de boswachter uit waarom het achterlaten van hondenharen in de natuur geen goed idee is.

Middelen tegen vlooien en teken bevatten gifstoffen om ‘ongewenste gasten’ als vlooien en teken te bestrijden. Ze bevatten stoffen als fipronil en imidacloprid. Deze stoffen zijn moeilijk afbreekbaar en blijven daardoor lang in het milieu. Ze doden ook insecten als bijen en vlinders. Gebruik van deze middelen is in de landbouw al lang verboden.

Uit onderzoek van de Wageningen Universiteit blijkt dat honden fipronil en imidacloprid overbrengen naar hun directe omgeving door te zwemmen, te plassen of via achtergelaten haren na vachtverzorging. Besmette haren komen ook in vogelnesten terecht, wat mogelijk gevolgen heeft voor pasgeboren kuikens die nog niet door een verenkleed zijn beschermd. De boswachter concludeert: ‘Uitgekamde hondenharen horen daarom thuis in de restcontainer en niet in de natuur of de tuin. We hebben op Houdringe nog geen onderzoek naar de waterkwaliteit gedaan, maar ik denk dat we daar niet lang mee wachten’.


Jacqueline van Dam, Boswachter Publiek Utrechts Landschap