Column: Ode aan de tuinbaas

Het is vroeg in de ochtend en nog donker als tuinbaas Jan Willem Jagtenberg zijn werkbus met aanhanger in gereedheid brengt voor de werkzaamheden van die dag. Een motorkettingzaag, olie, brandstof, afzetborden, een paar grote kruiwagens, flink stuk touw, twee bladblazers en reserveaccu’s. Alles wordt goed vastgesjord op de aanhanger en daarna overdekt met een net. Voorschriften en veiligheid boven alles. Veel gebruikte gereedschappen en materialen hoeven niet te worden ingeladen: ze liggen op ingenieuze wijze keurig geordend in de bus. Vlak voor vertrek worden er nog een paar kisten met bloembollen in de bus gezet. De bus wordt gestart. Vervolgens rijdt hij naar Beerschoten, waar een groepje vrijwilligers hem opwacht om aan de slag te gaan. De dag kan beginnen.

Tuinbaas Jan Willem Jagtenberg

Rijksmonument
Jan Willem werkt op landgoederen en buitenplaatsen die de status rijksmonument hebben. In zijn functie als tuinbaas bewaakt hij de bijzondere kwaliteit van dit cultureel erfgoed. Oostbroek, Houdringe en Beerschoten in De Bilt zijn een greep uit het aantal eeuwenoude landgoederen van Utrechts Landschap dat in zijn beheer is. Je kunt Jan Willem ook in Zeist tegenkomen, zoals bijvoorbeeld op de buitenplaatsen Hoog Beek & Royen, Pavia, Molenbosch en De Breul. Het beheer van deze terreinen vergt behalve veel kennis en vakmanschap ook veel tijd.

Tuinbaas
Tuinbaas is een eeuwenoud beroep. Vanaf de 17de tot begin 20e eeuw was een tuinbaas door zijn functie iemand van hoog aanzien. In de meeste gevallen had hij een tuinmanswoning op het landgoed en was daardoor vergroeid met zijn werk. Hij was een man met veel kennis en gezag, want zijn taken waren veelomvattend. Zijn kennis en kunde bepaalden mede het aanzicht van ‘zijn’ buitenplaats. In zijn werk stuurde hij een hele tuinploeg aan, maar dat was erg kostbaar. Tegenwoordig wordt waar mogelijk het werk uitbesteed aan een hoveniersbedrijf of een tuinbaas met ondersteuning van vrijwilligers.

Perfectie
Jan Willem is een vakman pur sang en streeft de hoogste perfectie na. Sinds de landgoederen en buitenplaatsen hersteld zijn naar het oorspronkelijke historisch ontwerp bewaakt hij, samen met opdrachtgever boswachter Joris Hellevoort van Utrechts Landschap, de kwaliteit en zorgt hij voor continuïteit in het beheer. Beide heren hebben veel liefde voor het vak en veel kennis van het onderhoud van historische tuinen en parken.

Werkervaring
Dat is niet zo verwonderlijk als je kijkt naar de staat van dienst van Jan Willem. Na zijn opleiding in planten- en boomteelt en tuinarchitectuur heeft hij een eigen hoveniersbedrijf gerund. Toen hij een aanbod kreeg om op Paleis Soestdijk te werken kon hij dat niet afslaan. Hij was daar als plaatsvervangende tuinbaas medeverantwoordelijk voor onderhoud van de siertuin, oranjerie, de kassen, groente- en fruitteelt, dierverzorging, bos (bij stormschade), tennisbaan, zwembad en een klein golfterrein.

Daarna heeft Jan Willem vele jaren werkervaring opgedaan als respectievelijk voorman, tuinbaas en ‘advisor special projects’ op het landgoed van het 13e-eeuwse kasteel Nijenrode in Breukelen. Het bospark Nijenrode, bekend om de 17e-eeuwse hoofdstructuur van lanen, stinsenplanten (waaronder de bostulp) en zeldzame paddenstoelen, was weer een totaal andere ervaring.

Veelomvattend
Het beroep tuinbaas is bijzonder omdat het zo veelomvattend is. Daar ligt voor Jan Willem dan ook de uitdaging. Brede kennis van planten, van stinsenplanten tot bomen, en het herkennen van cultuurhistorische elementen liggen voor de hand, maar ook kennis van gereedschappen en techniek. Daarnaast zijn ook (half-)verhardingen, waterpeilbeheersing en bosbeheer van belang. Voor Utrechts Landschap kweekt hij nakomelingen van historische bomen op. Door klimaatverandering leggen sommige monumentale bomen het loodje en dat gaat bedenker boswachter Joris Hellevoort aan het hart. De enige mogelijkheid om een boom van gelijkwaardige kwaliteit op te kweken is dan stekken. Deze ‘bomen met een verhaal’ blijven op deze manier toch een soort van ‘behouden’ voor volgende generaties.

Gilde van Tuinbazen
In 2003 is het zogenaamde Gilde van Tuinbazen opgericht, waarvan Jan Willem Jagtenberg en Joris Hellevoort lid zijn. Doelstelling van het Gilde is: ‘Het in stand houden en zo nodig terugbrengen van het oude, traditionele vakmanschap van de hovenier en tuinbaas en hun vakkennis en -kunde, het traditionele ambachtelijk, hofkundig vakmanschap. Om zo bij te dragen aan het in stand blijven van de oude, veelzijdige en hoogwaardige hovenierskunst.’ Het Gilde zorgt voor uitwisseling van kennis op gebied van horticultuur, wilde planten en hun (zaden) teelt, natuur en milieu en cultuur. In het vakblad staan artikelen over bijvoorbeeld leifruit, citrusvruchten, buxusziektes, berceaus. Er worden excursies, lezingen en studiereizen georganiseerd. De kennisuitwisseling, onderling en in het groene onderwijs, stimuleert de tuinbazen in hun streven naar kwaliteit en versterkt de onderlinge band binnen het Gilde.

Tot slot
Als ik Jan Willem vraag: ‘Wat vind je het leukst aan je werk?’ zegt hij zonder aarzeling: ‘de vrijheid, de brede kennis, het buitenwerken onder alle omstandigheden en de techniek. Als ik opnieuw moest kiezen, zou ik het weer doen’.

Jacqueline van Dam
Boswachter Publiek Utrechts Landschap