Koude Oorlog

De Koude Oorlog is een periode van gewapende vrede in de tweede helft van de 20e eeuw (1945-1991). Een periode waarin de dreiging van een Derde Wereldoorlog op meerdere momenten voelbaar is.

Vaak wordt de Koude Oorlog gezien als een strijd tussen de Verenigde Staten en de Russen, maar dat is een te simpele voorstelling van zaken. Het gaat om twee systemen, twee leefwijzen. Aan de ene kant staat het kapitalistische westen onder aanvoering van de Amerikanen. Aan de andere kant het communistische blok dat geleid wordt door de Sovjet-Unie.

De oorzaak van de Koude Oorlog is complex. Sommige historici menen dat de Sovjets na de Tweede Wereldoorlog te agressief haar invloedssfeer in Oost-Europa uitbreiden en dat de Verenigde Staten daar wel op moeten reageren. Andere deskundigen zeggen juist dat de Amerikanen te machtig zijn. Zij maken West-Europa van zich afhankelijk met bijvoorbeeld de Marshallhulp en bezitten het monopolie op de atoombom. De Sovjet-Unie moet wel handelen om het evenwicht te herstellen. Een derde visie is dat de Koude Oorlog onvermijdelijk is geweest. Er is nu eenmaal een machtsvacuüm ontstaan na de Tweede Wereldoorlog. Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië zijn als grootmachten weggevallen. De VS én de USSR kunnen nooit accepteren dat de andere partij het ontstane gat te nadrukkelijk opvult.

Jaren ’50

Aan het eind van de jaren 40 komen het kapitalistische Westen en het communistische Oosten voor het eerst met elkaar in botsing bij de blokkade van West-Berlijn. In 1949 wordt de NAVO opgericht. De NAVO is een organisatie van westerse landen die elkaar beloven dat een aanval op één van hen wordt beschouwd als een aanval op allemaal. Aan de andere kant van de wereld wordt het grote China communistisch. Bovendien ontwikkelen ook de Russen een atoombom, waarmee het (nucleaire) machtsevenwicht is hersteld.

Er ontstaat een wapenwedloop. Beide partijen willen de ander laten denken dat deze aan de verliezende hand is. Tegelijkertijd is er het besef dat wapens zo krachtig zijn geworden dat een gewapend conflict onvermijdelijk leidt tot totale verwoesting van beide kampen. Immers als één partij aanvalt, volgt er zeker een reactie. Het gevolg is een situatie van zogenaamde wederzijdse afschrikking. Een koude oorlog dus, met veel machtsvertoon en eronder de realiteit dat een echte strijd tot het uiterste toe moet worden vermeden.

Na de dood van Stalin in 1953 breekt een periode van ontspanning aan. De nieuwe Sovjetleider Chroesjtsjov breekt openlijk met de misdaden van het Stalinregime en beoogt een wereld waarin het communisme en het kapitalisme vreedzaam naast elkaar leven. Maar halverwege de jaren 50 is de spanning alweer terug. Enerzijds omdat West-Duitsland toetreedt tot de NAVO en daarmee pal tegen het communistisch gebied aan komt te liggen. Anderzijds omdat de communistische landen zich als tegenhanger van de NAVO verenigen in het Warschaupact. Daarnaast onderdrukt de Sovjet-Unie verschillende protestbewegingen en grijpt het keihard in bij de Hongaarse Opstand in 1956. Dit wordt door het Westen scherp veroordeeld.

In Nederland heerst in de jaren 50 het idee dat het communistische gevaar vooral van binnenuit komt. Leden van de Communistische Partij in Nederland worden daarom geïsoleerd en dwarsgezeten. Voor het gevaar van buitenaf worden begin jaren 50 allerlei initiatieven genomen om de Nederlandse bevolking weerbaar te maken tegen een Russische aanval. Denk aan de bouw van de IJssellinie en de oprichting van de Bescherming Bevolking, een organisatie voor het verrichten van hulp aan de bevolking in tijden van oorlog.

Jaren ’60

Aan het begin van de jaren 60 wordt het bekendste symbool van de Koude Oorlog gebouwd: de Berlijnse Muur. Met deze letterlijke versteviging van het IJzeren Gordijn willen de communisten in 1961 een einde maken aan de uitstroom naar het Westen. Dat lukt.

Weliswaar vinden er spectaculaire ontsnappingspogingen plaats, maar veruit de meeste vluchters worden tegengehouden. Minstens 138 mensen bekopen het met de dood.

Een jaar later loopt de spanning hoog op tijdens de Cubacrisis. Dat land is tien jaar eerder communistisch geworden, zeer tegen de wens van Amerika in. In 1962 ontdekken de Amerikanen raketinstallaties van de Russen op het eiland en dat er schepen met kernkoppen naar Cuba onderweg zijn. Dat is voor Amerika een brug te ver. President Kennedy eist dat de raketten worden verwijderd en de schepen omdraaien. De wereld haalt opgelucht adem als de Russische leider Chroesjtsjov op het laatste moment inbindt.

In Nederland vindt in deze jaren een enorme welvaartsgroei plaats. Dat komt uiteraard niet door de Koude Oorlog. Maar de dreiging uit het Oostblok helpt zeker om de eensgezindheid te bewaren en de economie te stimuleren.

Tegelijkertijd ontstaat het besef dat het Sovjetgevaar groter is dan aanvankelijk gedacht. Nederlandse steden blijken wel degelijk aangekruist als potentieel doelwit van een nucleaire aanval. Dat betekent dat er een ander soort schuilplaatsen nodig is. Het vergt ook een strakkere organisatie om de burgerbevolking te beschermen en om het land ná een onverhoopte aanval met radioactieve straling weer op te bouwen.

Jaren ’70

In de jaren 70 treedt een periode van ontspanning op. De Amerikaanse president Nixon begint gesprekken met Sovjetleider Brezjnev én de Chinese leider Mao Zedong. Dat leidt in 1972 tot de ondertekening van het SALT-verdrag: Strategic Arms Limitation Talks. Een ommekeer in de wapenwedloop.

In het verlengde van SALT neemt de kans op een militaire confrontatie tussen Oost en West af. Het vijandsbeeld van het Oostblok vervaagt. Mensen in communistische landen verdienen juist steun vanuit het Westen, zo verkondigen allerlei organisaties. De kritiek op de NAVO en op Amerika in het bijzonder neemt toe, vooral door de oorlog in Vietnam.

Het lukt de Verenigde Staten in de jaren 70 namelijk niet om Vietnam onder controle te krijgen, ook niet met de inzet van discutabele middelen als napalm. Onder zware binnenlandse druk besluit Amerika zich terug te trekken en Vietnam aan de communistische Noord-Vietnamezen te laten. Het betekent een enorm gezichtsverlies voor de Verenigde Staten en een versterking van de positie van antikapitalistische groeperingen in de hele wereld.

Niet veel later mengen de Russen zich in de binnenlandse strijd in Afghanistan. Het wordt een hoofdpijndossier vergelijkbaar met Vietnam. Jaren strijd, massa’s slachtoffers en uiteindelijk geen enkele echte winnaar. Dergelijke indirecte confrontaties tussen de grootmachten staan bekend onder de Engelse term proxy wars.

De wereldwijde ontspanning gaat niet aan Nederland voorbij. Begin jaren 70 ontstaat de Vredesbeweging. De sympathie verschuift naar opvattingen die zich juist verzetten tegen het kapitalisme. Ook de steun voor de NAVO neemt af. In de loop van de jaren 70 geloven steeds minder mensen dat de Derde Wereldoorlog een reëel gevaar is, laat staan een Russische bezetting.

Jaren ’80

Begin jaren tachtig is de periode van ontspanning voorbij. De Amerikaanse president Reagan kiest voor het offensief met de ontwikkeling van een nieuw raketschild in de ruimte: het Star Wars project. Met het NAVO-dubbelbesluit wordt ingezet op de plaatsing van honderden Amerikaanse kernrakketten in Europa. Gelijktijdig krijgt de Sovjet-Unie het aanbod om te onderhandelen over een beperking van deze categorie wapens.

De hernieuwde spanning is overal merkbaar. Talloze Hollywoodfilms buiten de strijd tussen goed en kwaad uit. Sport verbroedert, maar het krijgt daarvoor in deze jaren nauwelijks de kans. Nadat onder andere de Verenigde Staten ontbreken op de Olympische Spelen in Moskou in 1980, doen de Oostbloklanden niet mee aan de Spelen van 1984 in Los Angeles.

Nederland is begin jaren 80 ernstig verontrust over de nieuwe wapenwedloop tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. Die onrust komt tot uiting in twee massale protestacties tegen de plaatsing van kruisraketten in Nederland. Nooit gaan er in Nederland meer mensen de straat op dan de honderdduizenden tijdens deze manifestaties in 1981 en 1983.

In 1985 treedt Michail Gorbatsjov aan als nieuwe Sovjetleider. Hij is jonger en energieker dan zijn voorgangers en snapt dat een koerswijziging onvermijdelijk is. Hij weet met zijn Amerikaanse tegenhangers Reagan en Bush te komen tot de zogenaamde START-akkoorden, waarin onder meer wordt afgesproken om het aantal kernwapens te verminderen. Het wordt steeds duidelijker dat de Russen de technologische strijd met de Verenigde Staten aan het verliezen zijn. Gorbatsjov probeert zijn land nog te vernieuwen met glasnost (openheid) en perestrojka (hervorming), maar het tij is niet meer te keren.

In het najaar van 1989 opent Hongarije de grens met Oostenrijk. Voor het eerst in bijna 40 jaar zit er een scheur in het IJzeren Gordijn. Niet veel later laat ook Oost-Duitsland de grensbewaking los. Op 9 november 1989 valt de Berlijnse Muur. In de periode daarna roepen steeds meer Sovjetrepublieken hun onafhankelijkheid uit zonder dat het regime in Moskou ingrijpt. De opheffing van de Sovjet-Unie is dan een kwestie van tijd en vindt uiteindelijk plaats op 26 december 1991.

Het einde van de Sovjet-Unie wordt vaak beschouwd als het einde van de Koude Oorlog. Je kunt je door de recente ontwikkelingen in de wereld echter afvragen of de punt van destijds geen komma is geweest.