Natuurveiligheid Breeveen

Bedankt voor uw aanwezigheid bij de informatieavond van Utrechts Landschap en Veiligheidsregio Utrecht: Optimale balans natuurwaarden en veiligheid in Breeveen. Hier kunt u de Q&A bekijken. Heeft u een andere vraag? Mail het gerust naar zuid@utrechtslandschap.nl

De kans op een natuurbrand is niet groter geworden door de gevolgen van de valwind. Doordat er nu minder wandelpaden in het gebied zijn, is de kans op brand (dat bijna altijd ontstaat nabij een wandelpad en door menselijk toedoen) zelfs afgenomen.
Dode takken op de bosbodem zijn tijdelijk een toename aan brandbare stof maar die laag klinkt al in doordat schimmels en insecten die aan het afbreken is. Dode boomstammen vormen tijdens de eerste jaren geen verhoogd risico omdat ze nog lang veel vocht en weinig lucht bevatten.

De laag met dode takken zal verder inslinken. In de jaren dat het kost voor de dode boomstammen om uit te drogen komen nieuwe jonge boompjes van vooral loofhout-soorten op. Van loofhout-soorten weten we dat ze minder brandbaar zijn dan naaldhout-soorten, zoals de grove den die het bos eerst domineerde. Een hoge variatie aan loofhout-soorten verkleint op termijn het brandgevaar.

De brandweer rukt altijd uit bij een melding van natuurbrand, ongeacht tijdstip of locatie.

Het optreden van de brandweer is gericht op het doven van het vuur. Wanneer dat niet mogelijk is of te risicovol voor het brandweerpersoneel wordt een defensieve strategie toegepast. Dat betekent dat het optreden gericht is op het voorkomen van uitbreiding. In dat geval bestaat er een reële kans dat het perceel uitbrand.

Afhankelijk van de windrichting bestaat er een kans op rookoverlast. In het ergste geval moet het gebied worden ontruimd.

De buitenranden van het gebied zijn voor de brandweer bereikbaar. Het gebied zelf is niet overal toegankelijk voor de brandweer.

Het brandweeroptreden is gericht op het voorkomen van overslag naar naastgelegen percelen of gebouwen, maar overslag is nooit volledig uit te sluiten.

Utrechts Landschap werk met de VRU samen om voor alle natuurgebieden een zo groot mogelijk risico uit te sluiten door de mogelijkheden van eventuele brandbestrijding zo makkelijk mogelijk te maken. Regelmatig contact zorgt ervoor dat communicatie en terreinkennis op het moment van een calamiteit direct ingezet kunnen worden voor een snel optreden in geval van nood. Daar waar mogelijk proberen we de terreinen zo goed mogelijk in te richten voor brandpreventie en eventueel optreden.

Op de onderstaande websites van de VRU en brandweer NL staan tips hoe een natuurbrand kan worden voorkomen en wat omwonenden van een natuurgebied zelf voor maatregelen kunnen treffen. Ook voor recreanten staan tips op deze websites.
https://vru.nl/jouw-veiligheid/risicos-jouw-omgeving/natuurbrand
https://www.brandweer.nl/onderwerpen/natuurbrand/

Dagelijks wordt de droogte gemonitord middels meetstations en satellietdata. Bij een hoog risico wordt het gebied middels een vliegtuig vanuit de lucht bewaakt om zo beginnende natuurbranden in een vroeg stadium te detecteren. Afhankelijk van het risico wordt bij een melding van natuurbrand direct met twee tot vier specialistische natuurbrandvoertuigen uitgerukt. Daarnaast zijn extra geboorde-putten aangelegd zodat de brandweer altijd over voldoende bluswater. Overal op de Utrechtse Heuvelrug is binnen een straal van 1000 meter een bluswatervoorziening beschikbaar.

Grotere dieren zijn in de meeste gevallen in staat tijdig het gebied te ontvluchten. Voor kleinere dieren is dat niet altijd mogelijk. Sommige dieren die onder de grond leven kunnen een natuurbrand overleven als het vuur niet te lang op één plek brandt.

Brandweer Nederland heeft een taskforce ingesteld om zich voor te bereiden op de klimaatontwikkelingen en het hogere natuurbrandrisico wat daar uit voort komt. De taskforce richt zich op drie thema’s, te weten:
• Risicobeheersing, gericht op het voorkomen van onbeheersbare natuurbranden door slimme inrichting van natuurgebieden.
• Slimme en slagvaardige repressie, doorontwikkeling van bestrijdingstactieken en technieken.
• Onderzoek en kennisontwikkeling, samen met relevante en wetenschappelijke partners de benodigde kennis en inzichten uitbreiden om tijdig te kunnen anticiperen op de veranderende omstandigheden.