Column: Ondersteboven

Er zijn veel dingen waarvan je ondersteboven kunt zijn, denk maar aan een mooi concert, een goed boek, of je eerste liefde. Misschien heeft jouw (onbekende) lief je op Valentijnsdag wel verrast met iets wat je niet voor mogelijk had gehouden? Bij mij zijn het meestal waarnemingen in de natuur, waarvan ik ondersteboven kan zijn. Als ik de tijd neem en de natuur goed observeer, doe ik de mooiste ontdekkingen.

Onlangs mocht ik afdalen in de geheimzinnige personeelsschuilplaatsen en bluswaterkelders van de voormalige vliegbasis Soesterberg. Voorzien van een eenvoudige zaklantaarn ging ik met een aantal bevlogen tellers vleermuizen inventariseren. Een aantal soorten van deze mysterieuze dieren houden namelijk winterslaap in deze koele, vochtige ruimten. Ze zitten goed verstopt tussen allerlei kieren en spleten van deze imitatierotsen. Maar ook maken ze dankbaar gebruik van de extra hangplekken die Utrechts Landschap in 2019 heeft aangebracht.

Die beestjes weten zich bijzonder goed te verstoppen, meestal zie je maar een klein deel van het lichaam. Neem nou zo’n grootoorvleermuis. Zoals de naam al zegt, onmiskenbaar met z’n grote oren. Dus dan denk je: ‘yeah, die herken ik meteen: kat in het bakkie’. Niets is minder waar. Tijdens de winterslaap verstopt hij zijn oren onder zijn vleugels. Het is dan ook de jarenlange ervaring van de tellers waardoor determinatie van de meeste dieren mogelijk is. Er waren er uiteindelijk slechts drie die niet herkenbaar waren. Ik heb nog een lange weg te gaan om onderscheid te kunnen maken tussen de watervleermuizen, franjestaarten, baardvleermuizen en gewone grootoorvleermuizen die we daar gezien hebben.

In september/oktober weten vleermuizen de openingen in de kelders feilloos te vinden, evenals houvast aan ogenschijnlijk gladde oppervlakten. Het enig vliegende zoogdier dat we kennen heeft zijn lichaam aangepast aan ondersteboven hangen. Door met hun kop naar beneden te hangen, trekt het lichaamsgewicht aan een pees zodat de pootjes dicht worden getrokken. Ongelooflijk toch, dat ze geen spierkracht nodig hebben om te blijven hangen? Ondersteboven hangen kost ze dan ook geen energie. De bloedsomloop is eveneens aangepast, zodat het bloed niet naar hun koppie stroomt. Van zoveel vernuft ben ik ondersteboven, jij ook?

Jacqueline van Dam, Boswachter Publiek Utrechts Landschap