Hoop voor ringslangen in Blauwe Kamer

Eind maart is er aan de rand van natuurgebied de Blauwe Kamer door vrijwilligers van Utrechts Landschap een broeihoop voor ringslangen ververst. Dat gebeurde onder leiding van vrijwilliger Ron Martens.

Ringslang

“We hebben gebiedseigen maaisel van gras, riet en takken gemengd met verse paardenmest uit de Blauwe Kamer,” vertelt Ron. “De mest van de halfwilde paarden is vrij van schadelijke stoffen voor de natuur, zoals de middelen waarmee gehouden paarden worden ingeënt of ontwormd.”

Broei
De lucht in de broeihoop warmt op door het rottingsproces, door “broei”. De temperatuur stijgt tot in de twintig graden en bij de juiste luchtvochtigheid is dit geschikt voor ringslangen om eieren in te leggen. Broeihopen worden jaarlijks ververst omdat een oude, uitgedroogde hoop niet broeit.

Eieren zoeken
Bij de eerste zonnestralen, soms nog laat in de winter, komen ringslangen uit hun overwinterplaats en gaan gelijk opzoek naar een partner. Soms is de paring te zien als paarbal: één vrouwtje wordt omringd door meerdere kronkelende mannetjes, die allemaal kans willen maken op de paring. Het eieren leggen vindt plaats in juni en twee maanden later komen de eieren uit. Meerdere vrouwtjes leggen hun eieren in dezelfde broeihoop. In de broeihoop van afgelopen jaar troffen de vrijwilligers zo’n 650 uitgekomen eieren aan. Ron schat in daar 10 tot 20 vrouwtjes eieren hebben gelegd.

“Kraamhotel”
De broeihoop ligt op de grens tussen natuurgebieden de Grebbeberg en de Blauwe Kamer. “Door te voorzien in een verse broeihoop helpen we de lokale ringslangenpopulatie,” legt Ron uit. “Op de overgang tussen deze natuurgebieden loopt een openbaar fietspad. Voordat we de broeihoop hadden aangelegd, legden de ringslangen eieren op de helling van de Grebbeberg. Om bij het water te komen, waar ringslangen graag leven, moesten de jonge slangen het fietspad oversteken. Veel jonge ringslangen, die dan nog maar 15cm lang zijn, overleven die oversteek niet. Nu dit “kraamhotel” vlakbij het water beschikbaar is, krijgen meer slangen de kans om volwassen te worden.”